Het langverwachte tegenoffensief van Oekraïne tegen de Russische troepen in het land lijkt te zijn begonnen.

Oekraïne beschikt over nieuw en krachtig materieel van westerse bondgenoten: van langeafstandsraketten tot moderne tanks en pantservoertuigen voor de infanterie.

Maar militair expert Michael Clarke van het Department of War Studies van het King’s College in London waarschuwt dat er een cruciaal element ontbreekt: de luchtmacht. Het Westen heeft tot nu toe weinig gedaan om Oekraïne daarmee te helpen, waardoor de kans op een succesvol tegenoffensief kleiner is.

In een opiniestuk in The Times of London stelt Clarke dat Oekraïne de Russische artillerie moet zien uit te uitschakelen, als het door de sterke verdedigingslinie van de Russen in het zuiden van Oekraïne wil breken.

De dominantie van de Russische artillerie is tot nu toe een van de meest bepalende elementen geweest in de oorlog en Oekraïne heeft te weinig munitie om daar echt wat tegen te doen, waardoor het Russische leger vele malen meer granaten kan afvuren dan Oekraïne.

"We zullen zien of hun arsenaal aan raketten voldoende is om het Russische artillerievuur uit te schakelen. Hierbij zullen ze voelen dat er nauwelijks luchtsteun is, terwijl F-16's dat heel goed zouden kunnen", schrijft Clarke.

Bij effectieve luchtsteun gaat het om militaire toestellen die nauw samenwerken met eenheden op de grond, vaak om obstakels uit de weg te ruimen of sleutelposities en wapensystemen van de vijand te bestoken, zodat de grondtroepen kunnen oprukken.

Voor die verfijnde manier van oorlog voeren is goede coördinatie nodig en daar heeft Rusland tot nu toe veel moeite mee in Oekraïne.

Lobby om Oekraïne F-16's te bezorgen gaat traag

De F-16 — een in de VS gemaakt gevechtstoestel waar veel NAVO-landen gebruik van maken — staat bovenaan het verlanglijstje van het Oekraïense leger. In het verleden heeft de F-16 in meerdere conflicten belangrijke luchtsteun geleverd, zoals in de Kosovo-oorlog, de Eerste Golfoorlog en tijdens de Amerikaanse invasie van Afghanistan.

President Volodymyr Zelensky lobbyt al maanden in het Westen om F-16's. Daarmee denkt Oekraïne meer kans te maken tegen de grotere en beter uitgeruste luchtmacht van Rusland.

Terwijl Oekraïne wel raketten voor langere afstanden heeft gekregen, het Patriot-luchtafweersysteem en moderne westerse tanks, is het nog wachten op geavanceerde gevechtstoestellen.

Ook beschikt Oekraïne niet over luchtverdedigingssystemen die mobiel genoeg zijn om mee te nemen, als ze aan het oprukken zijn, en zo Russische aanvalsvliegtuigen op afstand kunnen houden.

Eind mei had de Oekraïense lobby eindelijk succes en stemde de regering van president Biden ermee in dat er F-16's naar Oekraïne gestuurd worden, al zal dat waarschijnlijk door andere westerse landen zijn dan de door VS zelf. Maar het gaat nog lang duren voordat ze daadwerkelijk ingezet kunnen worden.

Intussen gaat onder meer Nederland helpen met het trainen van Oekraïense piloten om te vliegen in F16's, aangezien de Nederlandse luchtmacht zeer veel ervaring heeft met dit toestel.

Volgens een woordvoerder van het Pentagon is de levering van F-16's aan Oekraïne een langetermijnproject en "zal het geen rol spelen bij het komende tegenoffensief."

LEES OOK: De 25 sterkste legers ter wereld in 2023: zowel Rusland als Oekraïne zitten erbij